Vrijwilligerswerk in de kerk

Nieuws

Vaak onzichtbaar, maar altijd onmisbaar: dat zijn de vele vrijwilligers waar de kerken in Nederland op draaien. Meestal doen ze hun werk in alle stilte. Geruisloos zorgen ze ervoor dat al die dingen die we zo vanzelfsprekend voor lief nemen, daadwerkelijk geregeld zijn. Vrijwilligers Julius Kwakernaak en Jan Post vertellen aan Heleen Grimmius over wat hen drijft.

Zo’n typische stille kracht is Julius Kwakernaak. Hij is als vrijwilliger actief in de Jeruzalemkerk. ‘In onze gemeente was er geen financiële ruimte meer om een koster aan te houden’, vertelt hij. ‘Die taken moesten dus verdeeld worden over de gemeenteleden. Ondanks dat ik geen groene vingers heb – ik woon in een appartement en heb dus geen tuin – heb ik me aangemeld voor de tuinploeg. Met een groep van zes vrijwilligers zorgen we ervoor dat de tuin van de Jeruzalemkerk netjes onderhouden wordt.’

Julius Kwakernaak

Duizendpoot

Als het om zijn werk voor de kerk gaat, is Julius een duizendpoot: ‘Ik help ook op het kerkelijk bureau, bijvoorbeeld met het tellen van collectegeld. Dat gaat nu digitaal, dus dat ligt even stil. Verder ben ik betrokken bij de verhuur van zalen, schenk ik koffie in de kerk, loop ik voor de actie Kerkbalans en voor de ZWO. In een kerk is altijd wat te doen en als ik een klus zie, pak ik hem op. Ik vind het fijn om in de anonimiteit mijn werk te kunnen doen. Ik sta niet graag in de belangstelling en op deze manier kan ik ongezien toch heel wat bijdragen. Daar doe ik het voor.’

‘Als je wil dat de kerkelijke activiteiten doorgaan, moet je er zelf ook wat voor doen’

Aanstekelijk enthousiasme

Ondanks dat Julius zijn werk graag in de anonimiteit doet, vindt hij het contact met mensen het leukste aan zijn vrijwilligerswerk. ‘Ik ben echt een hulpverlener’, zegt Julius. ‘Als alles goed verloopt en 100% in orde is, geeft dat zoveel voldoening. Als het vrijwilligerswerk eenmaal in je bloed zit, heb je er veel plezier van. Ik doe het al zo lang ik bij de kerk ben. Ik vind dat ook een belangrijk uitgangspunt: als je wil dat de kerkelijke activiteiten doorgaan, moet je er zelf ook wat voor doen. Geef het goede voorbeeld! Met elkaar kun je er wat moois van maken, het enthousiasme is vaak aanstekelijk. Als ik zie dat ook jongeren zich melden, ben ik daar echt trots op. Persoonlijk kan ik zeggen dat vrijwilliger zijn mij veel heeft gebracht. Je hebt op deze manier heel veel gesprekken over de kerk en over het geloof. Je leert je gemeente kennen en het geeft altijd een goed gevoel als je na je werk weer naar huis gaat.

In en om de kerk

Dat vindt ook Jan Post, vrijwilliger in Protestantse Gemeente ‘De Hoofdhof’ in Berkum. ‘Mijn vrouw en ik hebben samen wel voor 100 jaar vrijwilligerswerk gedaan’, vertelt hij. ‘Ons hele leven speelt zich in en om de kerk af. Het vrijwilligerswerk geeft mij veel voldoening. Ik kom uit een traditioneel gereformeerd gezin, waarin het goed was om je in te zetten voor de kerk. Ik heb het als vanzelfsprekend opgepakt en ben er nooit mee opgehouden.’

Korte lijntjes

Mensen als Jan zijn onmisbaar voor De Hoofdhof: de kerk is niet aangesloten bij de PGZ en is daardoor volledig op zichzelf aangewezen. ‘We zijn een kleine gemeente, bestaande uit ongeveer 450 leden’, legt Jan uit. ‘Met elkaar zijn we volledig verantwoordelijk voor alles wat er rond de kerk moet gebeuren. Dat gaat in zo’n kleine gemeente heel makkelijk: de lijntjes zijn kort. We weten elkaar goed te vinden en kennen elkaars kwaliteiten. Doordat we onszelf moeten bedruipen, zie ik een grote betrokkenheid bij alle leden. Iedereen voelt zich verantwoordelijk en er staan dan ook altijd mensen klaar als er iets moet gebeuren.’

Jan Post

Wijkfunctie

Jan is sinds 1966 actief in De Hoofdhof. Hij zag predikanten komen en gaan, zat in twee beroepingscommissies en maakte diverse verbouwingen mee. ‘Vanuit de laatste verbouwing, dat was een hele grote, is een vaste club vrijwilligers ontstaan’, vertelt Jan. ‘Dat heeft geresulteerd in een tuingroep, een technische groep en een groep gastheren en -vrouwen. Zelf ben ik ook gastheer. Eens in de vier weken heb ik dienst, maar daarnaast doe ik ook andere dingen. Ik maai het gras rondom de kerk en ben inzetbaar bij concerten of uitvaarten. Ook ben ik lid van de kerkenraad geweest, zat ik in diverse taakgroepen, was diaken en heb als invalkoster gewerkt. Nog altijd heb ik in de buurt een wijkfunctie: ik woon vlakbij de kerk, dus als er even een pakje aangenomen moet worden of een deur moet worden geopend, doe ik dat. Ook word ik in de supermarkt weleens op mijn kerkenwerk aangesproken, veel mensen weten dat ik bij De Hoofdhof hoor.’

Dienstbaarheid

Jan kan zich dan ook geen leven zonder De Hoofdhof voorstellen. ‘De gemeente is als een warme deken’, vertelt hij. ‘Dat voel ik bijvoorbeeld als ik terugkom van vakantie. De dienstbaarheid spreekt mij aan, het is fijn om het anderen naar de zin te maken. Wat ik precies doe in de kerk, maakt me dan niet uit. Samen zingen, naar een inspirerende preek luisteren, of bezig zijn met een taak voor de kerk: dat is voor mij gemeente-zijn. Dat je die dingen samen beleeft.’

Tekst: Heleen Grimmius
Foto’s: Hans van Eerbeek

Dit artikel verscheen in Gaandeweg, editie 1 2022

Meer nieuws

PKN Zwolle

Vrede vinden in gevangenschap – hoe doe je dat?

Schuin tegenover Tuinland in Zwolle-Zuid staat een bijzonder gebouw met rode stenen: de penitentiaire inrichting (PI) Zwolle. Bijzonder aan deze gevangenis is dat er (gescheiden) zowel mannen als vrouwen zitten, verspreid over verschillende afdelingen. Waaronder een ISD-afdeling (voor veelplegers), een extra zorgvoorziening en een afdeling voor vrouwelijke terroristen. Ook is er een penitentiair psychiatrisch centrum….

Magazine

Ontvang vrede en deel die uit!

“Er is veel onrust om ons heen. In het Midden-Oosten, in Oekraïne en op zoveel andere plekken kunnen mensen niet zorgeloos leven. Dat geldt trouwens ook voor mensen dichtbij, misschien wel voor u, voor jou, dat er vooral zorg en onrust in het leven is.” Een overweging van ds. Gert-Jan Codée, predikant van de Jeruzalemkerk….

Magazine

Weiger een vijand te zijn!

Column uit Gaandeweg, zomernummer 2024. Ondanks de moeilijke omstandigheden en voortdurende dreiging van landonteigening, stelt de familie Nassar zich op een geweldloze en creatieve manier op. Dat doen zij in het voetspoor van Jezus met als motto ‘Wij weigeren vijanden te zijn’. De Palestijns-christelijke familie runt ‘Tent of Nations’, een educatieve boerderij en tevens vredesproject…